Resten van de Westmonsterkerk: de oudste parochiekerk ten zuiden van de Schelde

Resten van de Westmonsterkerk: de oudste parochiekerk ten zuiden van de Schelde

In 2010 werd een opgraving aan de Markt te Middelburg uitgevoerd. Tijdens het onderzoek werden restanten van meerdere bouw- en herstelfasen van de Westmonsterkerk en het bijbehorende kerkhof aangetroffen. De kerk geldt als de eerste parochiekerk van Zeeland ten westen van de Schelde.

De Westmonsterkerk

Voorafgaand aan het onderzoek werd ervan uitgegaan dat de Westmonsterkerk halverwege de 10de eeuw is gesticht. Deze stichtingsdatum ligt in lijn met de massale bouw van kerken nadat het gevaar voor de Noormannen-invallen was geweken en de bisschop was teruggekeerd in Utrecht. De Westmonsterkerk was de moederkerk, vanwaaruit verscheidene parochies voor 1050 zijn afgesplitst.

Westmonsterkerk
Onderzoek naar de funderingen van de Westmonsterkerk te Middelburg (2010)

De kerk heeft mogelijk drie bouwfasen gehad: een houten kerk (1), een tufstenen kerk (2) en een bakstenen kerk (3) . Er mag worden verwacht dat bij elke opeenvolgende bouwfase de kerk werd vergroot. Tijdens het archeologisch onderzoek werden aanwijzingen aangetroffen van de tweede en derde bouwfase. Tufsteen werd alleen aangetroffen als puin waarop de eerste fase van de bakstenen kerk is gefundeerd.

De eerste bakstenen kerk (3a) werd rond 1300 gebouwd en betrof mogelijk een Laat Romaanse/ Vroeg Gotisch kerk. Twee poeren waar spaarbogen op waren gemetseld behoren tot de tweede fase van de bakstenen kerk (3b). Dat betrof een Gotische kerk. De ombouw naar een Gotische kerk heeft vermoedelijk rond 1400 plaatsgevonden. Deze Gotische kerk is gaan verzakken, blijkt uit het aantreffen van verstevigingen en trasmortel in de grondboog. In de 15de/ 16de eeuw hadden deze herstelwerkzaamheden plaats.

Begravingen

westmonsterkerk
Het vrijleggen van twee skeletten te Middelburg (2010)

Tijdens het archeologische onderzoek werden de skeletten van 40 individuen aangetroffen. De mensen waren met name in kisten begraven, daarnaast werden resten van een stenen sarcofaag en van een grafkelder aangetroffen. Op basis van het C14-onderzoek van 10 skeletten kan worden geconcludeerd dat de begravingen dateren uit de eerste helft van de 11de eeuw tot het begin van de 13de eeuw en uit de periode van de 15de – 17de eeuw. Het betreft de graven van een kleine populatie die hier in een periode van 600 jaar is begraven. Van deze 10 individuen is ook het DNA bemonsterd en bewaard gebleven.

Lees het rapport.

Reacties zijn gesloten.